Op de dag dat Sinterklaas op Willemsoord zijn intocht maakt, zie ik ’s avonds door mijn raam een kerstboom aan de overkant. Kerstboom? Wat héét. De neonreclame van een casino in Las Vegas verbleekt erbij. De bovenkant licht rood op, het middenstuk blauw en de onderkant geel. Oh nee, wacht, de bovenkant knippert geel, het middenstuk rood en de onderkant blauw. Of nee, wacht... Afijn, het is beslist een eh... vroege vrolijke boom.
Het is eigenlijk een discussie die elk jaar terugkomt: wanneer stomen we ons klaar voor wat? Al in de eerste week van oktober staat in het Stadspark de oliebollenkraam. In de maanden ervoor verschijnen de eerste pepernoten in de winkel. Sinterklaas is nog niet eens in het land of de eerste kerstbomen zijn van zolder gehaald. En het hele jaar door gaan bij mij in de buurt de vuurpijlen de lucht in. Ik heb nu nog geen chocoladepaashaas gezien, maar dat is een kwestie van tijd.
Zelf wacht ik met de aanschaf van de kerstboom braaf tot sint weg is. Dan begint het gestress. Waar en wanneer koop je hem? Ben je te vroeg, dan zit er op 25 december een halve boom aan naalden in je stofzuiger. Ben je te laat, dan heb je alleen de left-overs. De sneue boompjes, de losers. Met kalende konten en scheve kruinen.
Dus, les 1: zorg dat je op het juiste moment op de juiste plaats bent. In mijn geval is dat nooit die leuke-handelaar-met-mooie-bomen-voor-een-tientje. Vraag niet hoe, maar ik kom altijd thuis met een belachelijk dure kerstboom. Oké, het is vaak wel de Koningin onder de Kerstbomen. Twee meter hoog, fris van kleur, vol van beneden, goed gevuld van boven. Je kunt zeggen: ze heeft een flinke bos hout voor de deur, maar dan in kerstboombetekenis. En hoewel goede smaak niet mijn sterkst ontwikkelde eigenschap is, is het versieren ervan een feestje.
Maar net als je begint te wennen aan de gezelligheid van zo’n boom moet ze weer weg. Ik pers haar - gewikkeld in een oud hoeslaken - de lift in en gooi de Koningin op een veldje. Vanwaar de jeugd haar snel bemachtigt. Ooit ging dat mis. Ik had geen zin te sjouwen en legde de boom zolang op mijn dakterras. Om haar daarna te vergeten. Tot april. De boom, gedumpt, afgewezen, had zich moedig in leven weten te houden. Er zaten zowaar groene naalden aan. Alsof ze wanhopig een poging deed weer in het gevlei te komen.
Het mocht niet baten.
Een volgende kerst, een nieuwe Koningin. Voor of na de sint?
RONALD DEN BOER