‘Hoi pap, kun je dit nieuwe nummer opslaan en mij een whatsappje sturen op… (volgen tien cijfers). Ik ben overgestapt en heb een nieuw nummer.’
Ah, daar is -ie weer. Een hoi pap-smsje van een van mijn zogenaamde ‘kinderen’. Het was een tijdje stil, maar kennelijk is dat kroost van mij weer druk met nieuwe telefoonabonnementen. Vroeger kreeg ik nog wel eens appjes, dat een telefoon in de plomp lag, dat er een bus overheen was gereden of gewoon dat -ie kwijt was en dat ze een telefoon te leen hadden. Allemaal nepberichten van niet-bestaande kinderen.
Phishing heet dat. Je gooit als digicrimineel je hengeltje uit en kijkt wie er bijt. Waarna de telefoon van het slachtoffer wordt gehackt.
Deze keer blijft het aas dus simpel. Mijn bloedje is simpelweg ‘overgestapt’ en heeft een nieuw nummer. Nou heb ik heel slimme kinderen, dus die stappen nooit over zonder dat ze hun oude nummer behouden. Dat weet de afzender vast ook. Maar niet geschoten is altijd mis, toch? En dat sommige telefoonnummers te herleiden zijn tot landen als Polen, Roemenië en Duitsland deert de visserman of -vrouw ook niet. Uw en mijn kinderen kunnen toch best spontaan besloten hebben een weekend te shoppen in Berlijn of Warschau?
Ik heb tijden gehad dat er meer telefoonabonnementen werden afgesloten dan ik kinderen heb. Of ze waren zogenaamd hun bankpas weer eens kwijt. Lag ook in de plomp of was opgegeten door een kameel – ik roep maar wat.
Je zou verwachten dat niemand er meer intrapt. Maar kennelijk loont het nog steeds zulke berichtjes in bulk eruit te gooien en te kijken wie er hapt.
Zo wordt mijn mailbox al maanden overspoeld met waarschuwingen en aanmaningen vanwege een antivirusprogramma dat verloopt, waardoor ‘uw apparaat’ (de verzender durft niet te gokken of het een laptop of een telefoon is) groot gevaar loopt. Of ik krijg nepmail van Ziggo, ANWB en andere ogenschijnlijk serieuze organisaties. Best lastig. De mail oogt steeds professioneler. Wat is nog echt, wat is nep?
Laten we wel wezen, het doet je bijna terugverlangen naar de tijd met mail van Nigeriaanse prinsen die, ach wat triest, wel zes miljoen dollar te verdelen hadden en geen kinderen om al dat geld aan te schenken. En of jij dan een mailtje wilde sturen, zodat de dankbare prins zijn fortuin aan jou als behoeftige Nederlander kon overmaken.
Zoals gezegd, die mailtjes krijg ik niet meer. Best jammer. Ik had de prins met alle liefde het nieuwe hoi pap-telefoonnummer van een van mijn ‘kinderen’ kunnen geven. Shoppen in Berlijn kan immers best prijzig zijn als je steeds je telefoon kwijtraakt.
RONALD DEN BOER