Zoek
Sluit dit zoekvak.
Column

Leugenbankjes

Column Ronald den Boer

Dinosaurussen mogen dan officieel uitgestorven zijn, in Den Helder zijn ze nog springlevend. En de groep groeit gestaag.

Daar is niks mis mee. Ik ben er inmiddels ook eentje van de vroegâh-was-alles-beter-generatie. Zo’n mastodont die weemoedig oude foto’s van de stad bekijkt. Uit de tijd dat je aan het einde van de Spoorstraat nog meubelzaken, een bakkerij en een supermarkt had. Allemaal verdwenen. Net als bioscoop Tivoli in de Koningstraat. Daar gluurde je besmuikt naar vitrines waarin filmtitels werden aangeprezen als ‘Met jouw waldhoorn tussen mijn alpen’ en ‘In Tirol hangen de broekjes aan de bergen’. Pas later bleek dat je op een gemiddeld Helders strand meer zag dan in die films en de hoofdrolspelers bovendien als een ouwe krant acteerden. Maar voor een vijftienjarige was alles wat onbereikbaar of verboden was ongelooflijk spannend. Tegenwoordig rol ik af en toe nog van mijn stoel. Kijk ik op sociale media naar een foto van de Beatrixstraat. Zo eentje uit de tijd dat je er moeiteloos met vier auto’s naast elkaar kon rijden. De Beatrixstraat, waar boompjes in betonnen bakken stonden te verpieteren. Lees ik in de reacties: ‘Ja, toen was de stad nog gezellig.’

‘Huh?’

Of ik zie op Facebook een foto van jarenzestigflats met daarvoor een stenen vlakte. Op zaterdagen stond het Julianaplein helemaal – let wel: helemaal – vol met autoblik. Lees ik in de reacties: ‘Toen had je tenminste nog genoeg parkeerplaatsen.’ Ik zou eerder denken: Oost-Duitsland is niet dood.

Vandaag de dag is de Beatrixstraat autoluw. De vele lommerrijke terrassen zitten ’s zomers vol mensen. Opvallend veel jongeren ook. Wie het station uit komt kijkt niet langer tegen een stenen vlakte aan – ooit aangeprezen als paradeplein voor de marine - maar tegen een stadspark. Dat leidt je in een kwartiertje lopen naar de zee.

Er gebeurt van alles in Den Helder. De stad verandert, soms ingrijpend. Dat is wennen. Zeker voor ons dinosaurussen. Daarbij, vroegâh was het leven overzichtelijker. Internet bestond niet, van smartphones, TikTok en Facebook had nog niemand gehoord. Had je wat te klagen? Dan ging je op een bankje zitten, meestal langs de haven. Daar verzamelden oudere inwoners zich om, leunend op een stok, weemoedig herinneringen op te halen. Mopperend dat in hun jonge jaren alles beter was in Den Helder.

Hoe die plekken in de volksmond heetten? De leugenbankjes.

Foto: Fred van Eck


Overig nieuws en bewonersinformatie