'Luisterúúúh, brulde cabaretier Paul van Vliet jarenlang in zijn rol van Majoor Kees tegen volle zalen.
Luisteren. We horen van alles, maar luisteren we echt? En naar wie? Niet naar De Burger, als ik ingezonden brieven en dagelijkse reacties op sociale media mag geloven. Wie luistert er dan niet? Dat weten de klagers ook. Politici. Ambtenaren. Zij staan als Kop van Jut bovenaan in de top drie.'
‘Ze’ luisteruúúúh niet. Het is inmiddels een bijna standaard verwijt geworden van Nieuwediepers die ergens tegen zijn. Kennelijk wordt er verrekte slecht geluisterd naar De Burger. Zo slecht, dat hele politieke partijen in deze stad hun campagnes om stemmen bijeen te harken bouwen op de belofte dat zij wél naar De Burger zullen luisteren.
Eigenlijk wel fascinerend, zo’n verkiezingsbelofte. Tikkeltje riskant ook. Want wie is De Burger? Ik vind het altijd wel grappig als een handjevol mensen op sociale media beweert dat ‘de bevolking van Den Helder’ dit of dat vindt. Mij is nooit wat gevraagd.
Nog interessanter is de vraag hoe je als politieke partij de problemen van deze stad en van onze samenleving gaat oplossen, als je altijd en overal luistert naar De Burger. Immers, er is in Den Helder altijd wel iemand ergens tegen. Dan wordt het wel erg ingewikkeld. Veel protestpartijen gaan na hun eerste verkiezingssucces de bietenberg op. Simpelweg omdat ze hun beloften niet kunnen nakomen. Teleurgestelde kiezers stappen vervolgens over naar een andere protestpartij. Die belooft, jawel, beter te luisteren naar De Burger.
Eigenlijk is dat ‘er wordt niet geluisterd naar De Burger’ een heel raar verwijt. Bedoeld wordt natuurlijk: ik krijg mijn zin niet.
Als iemand ergens tegen is en het gebeurt toch, wil dat helemaal niet zeggen dat er niet is geluisterd. Er is alleen een andere keuze gemaakt. Als jouw kind om een snoepje hengelt en jij zegt nee; heb je dan niet naar hem of haar geluisterd? Of heb je gewoon een andere afweging gemaakt?
Luisteren betekent letterlijk: met aandacht (aan)horen. Ooit was er een wethouder met een sterk empathisch vermogen. Als hij dan weer eens tegenover protesterende bewoners zat, zei hij regelmatig: ,,Ik deel uw zorg.’’ Soms kregen de boze bewoners gelijk. Veel vaker kregen ze dat niet. Maar de angel was er uit, de wethouder had in elk geval naar hen geluisterd.
Discussies kun je het beste voeren met overtuigingskracht en argumenten. Soms win je. Soms verlies je. Dat laatste wil zeggen: dan krijg je je zin niet. Het begint er natuurlijk mee dat je open staat voor elkaars argumenten, zorgen, wensen, ideeën. En daarna zorgvuldige afwegingen maakt. Pas dan krijgt luisterúúúh! echt betekenis.
RONALD DEN BOER