Ik word een plaag. Niet bewust hoor. Het schijnt vanzelf te gaan. Eerst komen de jaren, dan de kleur haar. Dat verklaart ook de naam. Want ik schijn onderdeel uit te gaan maken van de grijze plaag.
Het is nu gelukkig nog niet zover. Maar ergens eind volgend jaar wel: dan ga ik met pensioen. Mag ik mij pensionado noemen. Een woord dat ik doorgaans associeer met een woning in zonnige oorden. Dat zonnige oord komt wel goed, zij het alleen tijdens vakanties. Het huis in Spanje of Italië wacht nog even op de komst van Gaston in mijn straat met de hoofdprijs van de loterij.
Los daarvan, eigenlijk hoef ik niet zo nodig weg. Den Helder is een prima plek voor pensionado’s. Ik zal niet weer dat riedeltje opdreunen over zonuren, rust, strand en bos. Nieuwediepers kennen dat al. En gelukkig steeds meer mensen van buiten ook. Want naast een groeiend aantal jonge nieuwkomers ontdekken ook pensionado’s Den Helder en Julianadorp. Recent meldde mij een gepensioneerd echtpaar dat zij na veertig jaar afwezigheid weer waren teruggekomen naar Den Helder. En een ander paar vertelde me vorig weekend dat zij hun dorp nabij Schagen verruild hebben voor Den Helder, nabij kinderen en kleinkind. Ze hebben er naar eigen zeggen geen moment spijt van.
Zo onderweg naar dat pensioen rijst natuurlijk wel de vraag wat ik dan straks ga doen. Na veertig jaar als journalist bij de krant, waarvan dertig jaar in leidinggevende functies, en acht jaar ervaring bij een prachtige organisatie als Woningstichting/Helder Vastgoed BV, heb ik voldoende bagage om nog even niet achter de geraniums of de duizendstukjespuzzel te willen kruipen.
,,Je kunt wel de politiek in’’, zei laatst iemand mij. ,,Gemeenteraadslid of wethouder.’’ Zou het? Ik weet het niet. Velen voelen zich geroepen, weinigen zijn uitverkoren. En nog minder zijn geschikt. Een volkstuin dan? Op een koor? Geloof me, buiten de badkamer wil je mij niet horen zingen. Nog een boek schrijven?
Eigenlijk hoef ik mij er nog niet druk om te maken. Vrijwel elke gepensioneerde die ik spreek zegt dat hij of zij het ná vertrek veel drukker heeft gekregen dan ervóór. De kern: er is voor deze groep nog genoeg te doen in Den Helder. Veel organisaties en verenigingen schreeuwen om nieuw bloed.
Dat deze stad plezierig wonen is voor pensionado’s is overigens mooie reclame. Immers, ooit heette het dat je in Den Helder nog niet dood gevonden wilde worden. Inmiddels zijn we dus zover dat steeds meer mensen juist wél hier dood gevonden willen worden.
Ik ben er alleen nog niet helemaal uit hoe je dat smaakvol in een promotiecampagne kunt gebruiken.
RONALD DEN BOER