Behoudens een periode toen ik nog jong en onbedorven was, woon ik al mijn hele leven in Den Helder. Geboren bij de zusters in het Lidwina Ziekenhuis. Onder toeziend oog van huisarts Piet Schoorl. Stuitligging. Ik was toen al een dwarsdenker.
Van verliefd zijn op Den Helder was geen sprake.
We verhuisden vanwege mijn vaders werk naar het Gooi. Daar kom ik nog steeds graag. Op de een of andere manier gedij ik wel tussen de Gooise kak. In 1970 keerden we terug in Den Helder. De Schooten was in wording, met bouwterreinen vol heuvels en steigerhout. Als jongens speelden we vanuit loopgraven oorlogje na. Alleen waren onze wapens van hout en was iemand dood als je riep dat -ie dood was.
Van verliefd zijn op Den Helder was geen sprake.
Ik ontdekte wat meer over de liefde op het Johannes College, het tegenwoordige Lyceum aan Zee. Elke dag fietsten we over het spoorwegviaduct naar school. Wind tegen. ’s Middags was de wind gedraaid. Wind tegen. Ik had op school vooral stille verliefdheden. En stil bleven ze. Ik durfde de leuke meisjes nooit te vertellen hoe leuk ik ze vond.
Van verliefd zijn op Den Helder was geen sprake.
Ik wilde daarna van alles. Helikoptervlieger worden. De oceanen bevaren. Rijk worden als bankier. Ik werd journalist. Eerst in Schagen, toen op Texel, daarna in Den Helder. Ik kreeg te maken met politiek, marine en een voor mij nieuw fenomeen: de ontevreden inwoner. Die stapt namelijk altijd naar de krant. De tevreden Nieuwedieper blijft thuis. Zelf merkte ik in mijn Texelse tijd iets wonderlijks. Altijd als ik met de veerboot terugkeerde en in de verte de contouren van Den Helder zag, maakte mijn hart een huppeltje.
Van verliefd zijn op Den Helder was nog geen sprake. Of toch?
Ik reisde nadien voor mijn werk de halve wereld over. IJsland, Egypte, Sri Lanka, Haïti, Curaçao, Aruba, Verenigde Staten, Azoren. Ik zag prachtige eilanden, verwoestingen door burgeroorlogen, indrukwekkende natuur. Ontmoette interessante mensen. Maar altijd kwam ik terug naar Den Helder. Reed ik bij De Stolpen, zag ik al het licht van De Lange Jaap. Vier lichtflitsen, tien seconden rust, vier lichtflitsen.
De Lange Jaap, de duinen, de zee, de stad, de haven, historische plekken, de terrassen. Ja, zelfs die ontevreden inwoner. Ze voelen al decennia vertrouwd. Het is als thuiskomen in een warm nest.
Dan moet je wel verliefd zijn op Den Helder.
RONALD DEN BOER