Decennialang was architectuur vooral een mannenzaak. Zeker in Nederland, waar grote namen als Dudok, Berlage en Gerrit Rietveld voor en kort na de oorlog domineerden. Vrouwen maakten zelden naam. Hooguit waren ze op de achtergrond actief, als lid van een ontwerpteam. Ook in Den Helder is slechts sporadisch de hand van de vrouw in gebouwen te herkennen. Maar het tij keert en dat is een goede ontwikkeling, weet Eva Ventura (31). ,,Vrouwen kijken heel anders naar architectuur en naar de omgeving dan mannen.’’
Ventura is architect, landschapsarchitect, docent aan de Technische Universiteit Delft en ontwerper van interieurs. Momenteel werkt ze als landschapsarchitect bij de gemeente Den Helder. Wie met haar praat heeft al snel door: ze is iemand op wie de gemeente zuinig moet zijn. Al was het maar omdat ze op haar vakgebied graag buiten de gebaande paden en, vooral, in oplossingen denkt.
Zoals gezegd kijken vrouwen anders naar gebouwen. ,,Ze zijn veel gevoeliger voor hoe een ruimte aanvoelt. Sociale veiligheid, toegankelijkheid en de vraag of iets praktisch is, speelt bij hen veel sterker een rol’’, stelt Ventura. ,,Het gaat meer om de kwaliteit van leven en woongenot dan om indrukwekkende architectuur.’’
In Den Helder was ooit de Vrouwenadviescommissie actief. Die beoordeelde woningontwerpen, onder meer voor Woningstichting, op comfort, leefbaarheid en dagelijks gebruik. De commissie stierf lang geleden een stille dood.
Eva Ventura
Vrouwelijke architecten spelen een steeds prominentere rol. Ook in Den Helder krijgen ze voet aan de grond. Zo leidt Ninke Happel van het Rotterdamse bureau Happel, Cornelisse, Verhoeven het ontwerpteam voor Het Warenhuys, de voormalige V&D. Het gebouw wordt getransformeerd tot 36 huurwoningen met op de begane grond winkels.
Ninke Happel: ,,Ik ga zeker niet beweren dat vrouwen betere architecten zijn dan mannen. Maar vrouwen kijken inderdaad wel anders. Mijn inbreng is dat ik vooral aandacht vraag voor de buitenwereld. Zeg maar hoe een gebouw in de stedelijke omgeving past. En natuurlijk wat het doet voor de toekomstige bewoners.’’
Een impressie van Het Warenhuys aan de kant van het Kroonpassageplein. Ook hier komen appartementen, gelegen in het gebouw aan een lichtstraat. Dat moet dienen als prettige ontmoetingsplek, aldus architecte Ninke Happel.
,,Gebruiksvriendelijkheid is heel belangrijk. Alles moet kloppen. Het moet gewoon een retegoed gebouw zijn. Zodat de bewoners straks echt het gevoel krijgen thuis te komen. Een voorbeeld? Er zitten in Het Warenhuys aan de voor- en achterzijde appartementen. Die kun je laten uitkomen op een lange gang in het midden van het gebouw. Zonder daglicht geeft dat een onprettig, anoniem en onveilig gevoel. Dus hebben we grote stukken uit de betonnen vloeren laten zagen, zodat de woningen aan weerskanten uitkomen op een binnenhofje met daglicht.’’
De opkomst van vrouwelijke architecten was historisch gezien een geleidelijke. Héél geleidelijk. Maar het gebeurde wel, zo leert de website Gebouwen door Vrouwen van Eva Ventura’s vriendin Sofie van Brunschot. De site toont tientallen ontwerpen van vrouwelijke architecten. Inclusief, grappig genoeg, de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam. Vernoemd naar de beroemde mannelijke ontwerper maar bedacht door het team van een vrouw, Paulien Bremmer.
Een kraan hijst de zware blokken beton waarmee de lichtstraat van Het Warenhuys wordt gerealiseerd in een transportbak.
Een ander bekend voorbeeld is de RVS-flat in Rotterdam, in de volksmond ook wel de Juffenflat genoemd. In 1958 specifiek gebouwd voor ongehuwde werkende vrouwen en ontworpen door Wilhelmina Jansen. Het project was al in 1938 op poten gezet door de ‘Stichting ter bevordering van de huisvesting van de werkende vrouw’. De flat die uiteindelijk twintig jaar later werd neergezet was een toonbeeld van licht, lucht en ruimte. Hoewel de woningen slechts 50 vierkante meter groot waren, was er in het ontwerp goed nagedacht over bergruimte, was- en kookfaciliteiten en zelfs het lappen van de ramen. Via een boodschappenluik kon de bezorger bij afwezigheid van de bewoonster zijn spullen afleveren.
Volgens Eva Ventura stonden vrouwelijke architecten lange tijd in de schaduw van de mannen. Zelfs als zij samen met hun echtgenoten een architectenkoppel vormden.
,,Denise Scott Brown was in de Verenigde Staten getrouwd met Robert Venturi. Ze had een belangrijk aandeel in de ontwerpen en hoewel hun architectenbureau vanaf 1980 ook haar naam droeg, gingen de eer en de prijzen altijd naar Robert.’’ Scott Brown bleef daarom in 1991 uit protest weg bij de ceremonie, toen haar man de prestigieuze Pritzker Architecture Prize won.
In Nederland is de invloed van de vrouw binnen een architectenkoppel soms goed zichtbaar. ,,In Rotterdam heb je op het Schouwburgplein een groot appartementencomplex, het Woondok’’, vertelt Ventura.
Het werd tussen 1980-1986 ontworpen door het architectenechtpaar Hartsuyker. Ventura herkent daarin duidelijk de inbreng van de vrouwelijke helft. ,,In de woningen loopt een deel van de ramen door tot op kniehoogte. Het idee erachter is dat kleine kinderen dan ook naar buiten kunnen kijken.’’
Toch blijft het soms knokken om een volwaardige plek te veroveren in de architectuurwereld van de mannen, concludeert Eva Ventura uit eigen ervaring. Zeker als jonge ontwerpster.
,,Ging ik mee naar een overleg met opdrachtgevers, dachten ze dat ik de assistente was. Leeftijd maakt uit. Je moet je echt bewijzen om serieus genomen te worden. Om aan de top te komen moet je je soms hard en zakelijk opstellen. En dan vinden ze je weer een bitch. Terwijl vrouwelijke architecten van toegevoegde waarde zijn. Hun blikveld bij verschillende aspecten van een ontwerp is veel breder. Ik durf de stelling aan dat door vrouwen ontworpen architectuur anders is. Fijn om je in te begeven én heel mooi.’’
RONALD DEN BOER